Vandaag deelt Marieke haar JIPA-moment!
Een automonteur blijft aan het werk dankzij handtherapie.
Handtherapie is een specialisme binnen de ergotherapie. Het kan zijn dat het hierbij nodig is om op functieniveau te kijken wat er nodig is om de klachten te verminderen. Echter heeft dit vrijwel altijd ook impact op de activiteiten die iemand uitvoert. En soms is het zelf op participatieniveau een belemmering. Zo ook bij een jongeman die door zijn polsklachten moeilijkheden ervoer in zijn werkzaamheden als automonteur. Dit was de reden dat hij werd doorverwezen naar Marieke, om handelen weer mogelijk te maken op zijn werk.
Allereerst is gekeken naar hoe de klacht in de pols zo goed mogelijk kon herstellen. Je lichaam moet dit vaak zelf doen, rust is hierin erg belangrijk. Rust kun je bieden door bijvoorbeeld een brace of spalk te dragen. Hiermee wordt je beperkt in de bewegingen die de klacht, in dit geval een peesirritatie, in stand houden. Ook is, in samenwerking met fysiotherapie, oefeningen gestart voor pols-stabilisatie. Vervolgens is gekeken naar de toepassing in dagelijkse activiteiten. Er is klein begonnen en uiteindelijk is dit toegepast op het werk.
Niet alleen het verhelpen van de klachten is belangrijk, maar ook het voorkomen van de klacht in de toekomst. Vaak, zeker bij een peesirritatie, is er sprake van een overbelasting. Als je de oorzaak niet aanpakt is de kans groot dat de klacht terugkomt. Hierom is het belangrijk om ergotherapie in te schakelen.
Tijdens een werkplekanalyse op de werkplek heeft de automonteur laten zien welke taken hij moest uitvoeren. Hierbij heeft Marieke geobserveerd, om vervolgens samen met hem te evalueren wanneer zijn klachten aanwezig zijn en hoe dit te ondervangen is. Door dit op de werkplek zelf te doen heeft Marieke een goed beeld gekregen van zijn activiteiten. Dit maakt ook dat adviezen beter aansluiten en direct uitgeprobeerd konden worden. Meneer merkte hierdoor vrijwel direct een verschil in zijn polsklachten, dat was heel waardevol om te zien.
Voor iedereen kunnen betekenisvolle activiteiten anders zijn. De kunst is om daarom persoonsgericht te kijken hoe iemand juist die activiteiten weer naar tevredenheid kan uitvoeren. Dit maakt dat je constant met elkaar in gesprek moet blijven en daarin van elkaar kan leren. Het perspectief van de cliënt is net zo belangrijk als het therapeutisch-perspectief. Alleen op die manier wordt draagvlak gecreëerd en kan er echt een positieve verandering ontstaan.